Op 27 november 2020 werd in het Belgisch Staatsblad het decreet van 9 oktober 2020 houdende diverse bepalingen over het gemeenschappelijk vervoer, het algemeen mobiliteitsbeleid, de weginfrastructuur en het wegenbeleid, en de waterinfrastructuur en het waterbeleid gepubliceerd.
In artikel 6 van dit decreet wordt een nieuw artikel 29quater toegevoegd in de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer (de wegverkeerswet). Dit artikel trad in werking op 1 februari 2021 en geeft aan de gemeenteraad de mogelijkheid om in zijn reglementen of verordeningen administratieve geldboetes te bepalen voor beperkte snelheidsovertredingen indien aan welbepaalde voorwaarden werd voldaan.
Indien de gemeenteraad hiervoor opteert, worden deze snelheidsovertredingen gedepenaliseerd en is het openbaar ministerie niet meer bevoegd om deze snelheidsovertredingen strafrechtelijk af te handelen.
Onaangepaste snelheid is een belangrijke oorzaak van verkeersonveiligheid en is een van de hoofdoorzaken van (dodelijke) verkeersongevallen. Door de invoering van voormeld artikel 29quater beschikken steden en gemeenten over de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden administratieve sancties voor snelheidsinbreuken op te leggen.
Het gaat om de volgende voorwaarden:
GAS-5 biedt de steden en gemeenten de mogelijkheid om extra in te zetten op een allesomvattend verkeersveiligheidsbeleid op plaatsen waar de snelheid beperkt is tot 30 en 50 km per uur en om het mobiliteitsbeleid erop af te stemmen, met als doel de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente te vergroten.
De gemeenteraad opteert er voor om GAS-5 toe te passen voor de trajectcontroles op haar grondgebied, m.a.w. snelheidsovertredingen vastgesteld met automatisch werkende toestellen die de gemiddelde snelheid van voertuigen op een specifiek traject meten.
De decreetgever heeft voorzien dat de bedragen van de gemeentelijke administratieve geldboetes moeten overeenstemmen met de bedragen zoals vastgelegd door de Vlaamse Regering ter uitvoering van artikel 65, § 1, tweede lid van de wegverkeerswet.
Voormeld artikel 29quater voorziet dat de sanctionerend ambtenaar, vermeld in artikel 6 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, instaat voor de afhandeling van de dossiers omtrent de beperkte snelheidsovertredingen die het voorwerp uitmaken van voorliggend reglement.
Enig artikel. De raad hecht zijn goedkeuring aan de hierna vermelde politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor beperkte snelheidsovertredingen.
Politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS-5)
HOOFDSTUK 1 – Algemene bepalingen
Artikel 1. De gemeente Linter voert gemeentelijke administratieve geldboetes in voor de bestraffing van beperkte snelheidsovertredingen, vastgesteld met automatisch werkende toestellen die de gemiddelde snelheid van voertuigen op een specifiek traject meten, en dit overeenkomstig de voorwaarden en procedure, zoals bepaald in artikel 29quater van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer. Doordat het lokaal bestuur de bestuurlijke afhandeling van deze beperkte snelheidsovertredingen invoert, kunnen deze overtredingen niet langer strafrechtelijk worden vervolgd.
HOOFDSTUK 2 – Toepassingsgebied
Artikel 2. Op basis van deze politieverordening en conform artikel 29quater van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer kunnen er administratieve geldboetes opgelegd worden ten aanzien van beperkte snelheidsovertredingen op het grondgebied van de gemeente Linter, mits er cumulatief aan volgende voorwaarden is voldaan:
HOOFDSTUK 3 – De gemeentelijke administratieve geldboete
Artikel 3. §1. De sanctionerend ambtenaar kan overeenkomstig dit reglement bij wijze van administratieve sanctie overgaan tot het opleggen van een administratieve geldboete voor de beperkte snelheidsovertredingen
§ 2. De bedragen van de administratieve geldboetes voor de snelheidsovertredingen zoals omschreven in artikel 2 van deze verordening, zijn gelijk aan de bedragen die de Vlaamse Regering bepaalt ter uitvoering van artikel 65, §1, tweede lid van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.
§3. De administratieve geldboete wordt betaald op de wijze die in het betalingsverzoek is bepaald.
HOOFDSTUK 4 – De administratieve procedure
Afdeling 1 – Vaststelling
Artikel 4. De vaststelling van de snelheidsovertreding die bestraft kan worden met een gemeentelijke administratieve geldboete gebeurt door de bevoegde personen vermeld in artikel 3 van het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Artikel 5. Het afschrift van het proces-verbaal van de overtreding wordt binnen veertien dagen nadat de overtreding is vastgesteld, overgemaakt aan de sanctionerend ambtenaar.
Afdeling 2 – Procedure voor de sanctionerend ambtenaar
Artikel 6. Binnen veertien dagen na de dag waarop de sanctionerend ambtenaar het afschrift van het proces-verbaal heeft ontvangen, bezorgt hij een afschrift van het proces-verbaal samen met de vermelding van het bedrag van de administratieve geldboete aan de overtreder. Als de overtreder geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft, mag het afschrift van het proces-verbaal vervangen worden door de informatiebrief, vermeld in artikel 5 van richtlijn 2015/413/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie. De overtreder betaalt de administratieve geldboete binnen dertig dagen na de kennisgeving ervan, tenzij de overtreder binnen die termijn zijn schriftelijke verweermiddelen bezorgt aan de sanctionerend ambtenaar.
Artikel 7. Als de sanctionerend ambtenaar de verweermiddelen onontvankelijk of ongegrond verklaart, brengt hij de overtreder daarvan op de hoogte binnen de negentig dagen na de dag waarop hij de verweermiddelen van de overtreder heeft ontvangen, met de vermelding van de administratieve geldboete die moet worden betaald. De administratieve geldboete wordt betaald binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar.
Artikel 8. Als de sanctionerend ambtenaar binnen negentig dagen na de dag waarop hij de verweermiddelen van de overtreder heeft ontvangen, de verweermiddelen van de overtreder niet onontvankelijk of niet ongegrond verklaart, worden die verweermiddelen geacht aanvaard te zijn.
Artikel 9. De beslissing om een administratieve geldboete op te leggen, heeft uitvoerbare kracht als ze definitief geworden is. De voormelde beslissing is definitief op één van de volgende tijdstippen:
Artikel 10. Indien de boete niet betaald wordt binnen de termijn van dertig dagen, zoals voorzien in artikel 6 en 7 van dit reglement, dan wordt, behoudens in geval van respectievelijk verweermiddelen en/of beroep:
Artikel 11. Als de sanctionerend ambtenaar tijdens de procedure vaststelt dat de voorwaarden om een administratieve geldboete op te leggen, zoals vermeld in artikel 2 van deze verordening, niet vervuld zijn, brengt hij de vaststeller van de overtreding daarvan op de hoogte zodat de strafrechtelijke procedure kan worden gevolgd.
Afdeling 3 – Sanctionerend ambtenaar
Artikel 12. De sanctionerend ambtenaar, aangesteld door de gemeenteraad, staat in voor en waakt over de verwerking en afhandeling van de dossiers omtrent de beperkte snelheidsovertredingen die het voorwerp uitmaken van voorliggend reglement. De sanctionerend ambtenaar neemt in volledige onafhankelijkheid de beslissingen.
Afdeling 4 – Beroep bij de politierechtbank
Artikel 13. Tegen een beslissing van de sanctionerend ambtenaar waarbij een administratieve geldboete wordt opgelegd, kan degene aan wie de boete is opgelegd, binnen een maand na de kennisgeving van de beslissing volgens de burgerlijke procedure beroep aantekenen bij de politierechtbank. De politierechtbank oordeelt over de wettelijkheid en de proportionaliteit van de opgelegde administratieve geldboete. Hij kan de opgelegde administratieve geldboete bevestigen of herzien. De beslissing van de politierechtbank is niet vatbaar voor hoger beroep.
HOOFDSTUK 4 – SLOTBEPALINGEN
Artikel 14. Deze politieverordening treedt in werking op 1 april 2024.
Artikel 15. Deze verordening wordt bekendgemaakt zoals voorgeschreven in de artikelen 285 t.e.m. 288 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Artikel 16. §1. Conform artikel 119 Nieuwe Gemeentewet wordt een afschrift van deze verordening toegezonden aan de bestendige deputatie van de provincieraad binnen 48 uren, aan de heer Procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement Leuven, evenals aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven en van de politierechtbank te Leuven.
§2. Er wordt een elektronisch exemplaar overgemaakt aan de referentiemagistraat.
Artikel 17. Deze politieverordening wordt als annex toegevoegd aan het gecoördineerd politiereglement van de PZ Getevallei.