Terug
Gepubliceerd op 18/04/2025

Besluit  Gemeenteraad

ma 31/03/2025 - 19:30

Reglement inzake kermissen

Aanwezig: Jonas Michiels, Voorzitter
Marc Wijnants, Burgemeester
Linda Verdeyen, Andy Vandevelde, Sandra Schoovaerts, Patrick Poffé, Schepenen
Helga Delvaux, Martine Jacobs, Stef Goris, Ludo Pluymers, Bettina Sandermans, Joeri Dewelde, Kim Soetaers, Patrick Niclaes, Kris Schuyten, Wim Grauwels, Erna Arron, Tibo Bergé, Ellen Vanherwegen, Gemeenteraadsleden
Rina Janssens, Algemeen Directeur
Juridische overwegingen
  • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40
  • Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 2005, 20 juli 2006, 22 december 2009 en 21 januari 2013 en de decreten van 24 februari 2017 en 3 maart 2023, in het bijzonder artikelen 8 tot en met 10
  • Koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2023, in het bijzonder artikelen 8 tot en met 24
Feiten, context en argumenten

De gemeenten hebben een belangrijke rol te vervullen bij de organisatie van kermissen. Zij moeten beschikken over een gemeentelijk reglement dat de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen regelt alsook de organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten openbare kermissen.

Besluit

Enig artikel. De raad stelt het reglement inzake inzake kermissen op het openbaar domein vast als volgt:

Gemeentelijk reglement inzake kermissen

Afdeling 1 - Organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen

Artikel 1 - Toepassingsgebied (wet art. 1 5°, art. 2 §2)

Als kermis wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.

Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie.

Dit reglement is niet van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties of private kermissen.

Artikel 2 - Gegevens van openbare kermissen (wet art. 8 §2)

De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare kermissen in:

  • NEERLINTER, met als richtdatum de voorlaatste zondag van april en de eerste zondag van augustus
  • NEERLINTER-HEIDE, met als richtdatum de zondag voor 21 juli en de zondag voor 13 december
  • DRIESLINTER, met als richtdatum de eerste zondag van mei en de voorlaatste zondag van augustus
  • WOMMERSOM, met als richtdatum de tweede zondag van juni en de eerste zondag van oktober
  • MELKWEZER, met als richtdatum de eerste zondag na Pinksteren en de zondag voor 1 december
  • ORSMAAL-GUSSENHOVEN, met als richtdatum de zondag na 15 augustus en de derde zondag van september
  • NEERHESPEN, met als richtdatum de derde en vierde zondag van mei en de vierde zondag van september
  • OVERHESPEN, met als richtdatum de derde zondag van januari en de tweede zondag van juli

De gemeenteraad geeft volmacht aan het college van burgemeester en schepenen om jaarlijks de data van de openbare kermissen vast te stellen, alsook om het kermisplan op te stellen.

De kermissen duren maximum 4 dagen, nl. van vrijdag voor tot maandag na kermiszondag.

De attracties zijn minimaal op kermiszondag open van 15u tot 20u. De andere kermisdagen zijn vrij te bepalen.

Oprijden dient te gebeuren op woensdag voor de kermisdag. Afrijden gebeurt ten laatste dinsdag na de kermis.

De standplaatsen ingenomen ter gelegenheid van voornoemde kermissen mogen niet langer bezet worden dan gedurende de in dit artikel vermelde periodes.

Artikel 3 - Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8§2, art. 10 § 1 en KB art. 4 §2 en art. 10)

De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen aan de houders van een ondernemingsnummer dat kermisactiviteiten toelaat via de persoon die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt.

Deze persoon moet desgevallend de stukken voorleggen die de volgende zaken aantonen:

  • Naam en aard van de attractie
  • Naam, adres en contactgegevens van de uitbater
  • Oppervlakte van de attractie incl. luifel, kassa e.d.
  • Documenten die bij de aanvraag moeten zitten:
    • Recent (max. 6m oud) volledig uittreksel KBO
    • Verzekeringsattesten
    • Keuringsverslagen (gas/elektriciteit)
    • Toelating FAVV
    • Risicoanalyse (éénmalig)
    • Laatste periodiek nazicht
    • DIV voertuig + DIV attractie
  • Documenten die moeten kunnen voorgelegd worden:
    • Risicoanalyse
    • Onderhoudsinspectie
    • Opstellingsinspectie
    • Veiligheidsattest

De burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris, kan altijd vragen dat diegene die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt, zijn identiteitsbewijs voorlegt.

Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het aantal standplaatsen per onderneming beperkt tot 3

Artikel 4 - Verhouding abonnement – losse plaatsen (KB art. 8, 9 § 1)

De standplaatsen op de openbare kermissen worden toegewezen hetzij voor de duur van de kermis, hetzij per abonnement. Het abonnement is de regel.

De toewijzing voor de duur van de kermis is mogelijk:

  • in geval van absolute noodzaak;
  • wanneer de verplichtingen onafscheidelijk zijn verbonden aan de hernieuwing van de kermis (bijvoorbeeld introductie van nieuwe attracties).

De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats op een abonnementsplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren. Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname. De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.

Artikel 5 - Toewijzingsregels voor standplaatsen op de openbare kermissen (KB art. 13)

5.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats (KB art. 13 en 14)

Wanneer een standplaats vrijkomt, zal de gemeente deze vacature bekend maken door publicatie van een kennisgeving. Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht via de website www.linter.be

De kandidaturen worden bij voorkeur digitaal ingediend via mail aan info@linter.be en volgens de voorschriften en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.

Kandidaturen kunnen eventueel ook ingediend worden via een aangetekende brief met ontvangstmelding, of door een brief met ontvangstbewijs die wordt neergelegd op de plaats die aangewezen is in de kennisgeving van de vacature.

5.2. Onderzoek van de kandidaturen (KB art. 15)

Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris, of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing vermeld in artikel 3 van dit reglement.

De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria:

  1. de aard van de attractie of van de vestiging;
  2. de technische specificaties van de attractie of van de vestiging;
  3. de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;
  4. de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging;
  5. de deskundigheid van de uitbater, van de “aangestelde – verantwoordelijken” en van het tewerkgesteld personeel;
  6. desgevallend, de nuttige ervaring;
  7. de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat.

Als de gemeente op basis van deze criteria, geen onderscheid tussen de kandidaturen kan maken, is een loting mogelijk.

Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal. Deze kan geraadpleegd worden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten.

5.3. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaats (KB art. 15 § 5)

De gemeente deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg, als aan elke niet weerhouden kandidaat, de beslissing die hem aanbelangt mee op een van de volgende wijzen:

  • bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding;
  • bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding;
  • per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding.

Artikel 6 - Het register of plan van de toegewezen standplaatsen (KB art. 16)

Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats de volgende zaken worden vermeld:

  1. de situering van de standplaats;
  2. de duur van het gebruiksrecht of het abonnement;
  3. de naam, voornaam, adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats toegewezen werd;
  4. desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegewezen werd  en het adres van haar maatschappelijke zetel;
  5. het ondernemingsnummer;
  6. de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten is met vermelding van de technische specificaties
  7. desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de overdracht.

Artikel 7 - Spoedprocedure (KB artikel 17)

Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, de standplaatsen vacant blijven,

  • omdat zij niet konden worden toegewezen na afloop van de gewone procedure (cf. artikel 5 van dit reglement),
  • of omdat ze dit in die tussentijd zijn geworden,
  • of tengevolge van hun niet-bezetting wegens de afwezigheid van hun houder,

kan er worden voorzien in een spoedprocedure die als volgt is bepaald:

  1. de gemeente raadpleegt de door hem gekozen kandidaten. Hij richt zich, in de mate van het mogelijke, tot verscheidene kandidaten per voorziene standplaats;
  2. de kandidaturen worden ingediend hetzij per duurzame drager tegen ontvangstbewijs, hetzij schriftelijk tegen ontvangstbewijs;
  3. de gemeente gaat over tot de toewijzing van de standplaatsen overeenkomstig de bepalingen opgenomen in artikel 5.2, eerste en tweede lid van dit reglement;
  4. hij stelt een proces-verbaal op dat per vacature of onbezette standplaats de kandidaten vermeldt die hun kandidatuur hebben ingediend;
  5. indien meerdere kandidaten naar eenzelfde standplaats dingen, geeft hij in het proces-verbaal de motivatie van zijn keuze aan;
  6. hij deelt aan iedere kandidaat, hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding, hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager (bijv. fax of e-mail) met ontvangstmelding, de beslissing mede die hem aanbelangt.

Het plaatsen van uitbaters van kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werd toegewezen op basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen aan het plan van de kermis, voor zover deze beperkt blijven en nauwkeurig worden gemotiveerd door de technische noodzakelijkheden van de toevoeging van de nieuwkomers op het kermisterrein.

De aanpassingen zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van de eerstvolgende gemeenteraad of college van burgemeester en schepenen, al naargelang het geval.

Artikel 8 - Duur abonnement (KB Art. 12, §1 en 2)

Het abonnement heeft een duur van vijf jaar. Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd behalve in de gevallen bedoeld bij het opschorten (cf. artikel 9 van dit reglement) of het afstand doen van het abonnement (cf. artikel 10 van dit reglement).

De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur verkrijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de loopbaan. Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt het af van de beoordeling van de gemeente.

Artikel 9 - Opschorten abonnement (KB art. 12 § 3)

De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer:

  1. hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest of door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond. De opschorting gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt op op het einde van de kermis. Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens dertig dagen voor het begin van de kermis hernieuwd worden.
  2. hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaats heeft. De opschorting moet worden bekend gemaakt tenminste één maand voor de begindatum van de kermis. Zij mag geen drie opeenvolgende jaren overschrijden.

De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voortkomen.

De vraag tot opschorting dient te gebeuren:

  • bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding;
  • of bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding;
  • of per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding.

De gemeente bevestigt onmiddellijk de ontvangst ervan.

Artikel 10 - Afstand van het abonnement (KB art. 12 §4)

De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen:

  • bij de vervaldag van het abonnement, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden;
  • bij de stopzetting van zijn activiteiten, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden.
  • indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 9 1° van dit reglement. De opzegging gaat in op de dertigste dag volgend op de bekendmaking van de ongeschiktheid.

De houder kan een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aanvragen voor andere motieven dan deze vermeld in het eerste lid. De burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris beslissen over deze aanvraag.

De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

De vraag tot afstand dient te gebeuren

  • bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding;
  • of bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding;
  • of per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding.

De gemeente bevestigt onmiddellijk de ontvangst ervan.

Artikel 11 - Schorsing en opzegging van het abonnement (KB art. 12 § 6)

De gemeente kan het abonnement intrekken of opschorten:

  1. omdat de titularis van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging,
  2. om het niet naleven van de voorwaarden inzake opschorting van het abonnement – bij afwezigheid zonder geldige reden
  3. indien de gemeente de standplaats niet ter beschikking kan stellen, vb. bij wegenwerken
  4. stationeren van de kermisattracties op openbaar domein vóór de daartoe in art. 2 bepaalde periodes
  5. overtredingen inzake verplichte openingsuren
  6. het plaatsen van een andere attractie dan aangevraagd werd
  7. houding van de foorreiziger
  8. bij het niet naleven van andere bepalingen van het gemeentelijk reglement

De schorsing of intrekking van een abonnement treedt in werking zonder vooropzeg.

Alvorens over te gaan tot schorsing zal de foorkramer gehoord worden.

De beslissing tot schorsing wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

Artikel 12 - Overdracht standplaats (KB artikel 18)

De overdracht van een standplaats is toegelaten aan de overnemer:

  • die in de Kruispuntbank van Ondernemingen ingeschreven is voor het uitbaten van een kermisattractie of een vestiging van kermisgastronomie
  • en die de specialisatie met dezelfde technische specificaties van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats. Een wijziging van specialisatie of technische specificatie is in uitzonderlijke gevallen mogelijk na voorafgaande toelating van de gemeente .

Binnen het eerste jaar na de overdracht kan een standplaats niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de burgemeester of zijn afgevaardigde.

De inname van de overgedragen standplaats door de overnemer is pas toegelaten als de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris heeft vastgesteld dat de overnemer voldoet aan de bepalingen van artikel 3 van dit reglement.

Artikel 13 - Inname standplaatsen (KB art. 11)

De standplaatsen die zijn toegewezen aan de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement, kunnen ingenomen worden door de volgende personen:

1° de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement, die een kermisactiviteit uitoefenen;
2° de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen;
3° de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende partner van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats is toegewezen, voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening;
4° de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon of een maatschap aan wie de standplaats is toegewezen, die een kermisactiviteit voor eigen rekening uitoefenen;
5° de personen die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke personen, maatschap of rechtspersonen, vermeld in punt 1° tot en met 4°.

De personen, vermeld in het eerste lid, 2° tot en met 5°, kunnen de standplaatsen innemen die toegewezen zijn aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon of maatschap voor wiens rekening of wiens dienst ze de kermisactiviteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats is toegewezen

Artikel 14 - Vooropzeg vanuit de gemeente (Wet art. 8 § 2)

Wanneer de openbare kermis of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement.

Deze termijn bedraagt 12 maanden wanneer de houder definitief zijn abonnement verliest.

Deze termijn bedraagt 6 maanden in het geval van een definitieve verhuizing van de openbare kermis of een deel ervan en de houder zijn abonnement behoudt.

In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hier van afgeweken worden. De minimumtermijn kan dan ingekort worden.

Afdeling 2 - Organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten openbare kermissen

Artikel 15 - Toepassingsgebied (KB art. 19 en 20)

1. Op aanvraag van een kermisuitbater: Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein buiten de openbare kermissen om een kermisactiviteit uit te oefenen moet dit voorafgaand aanvragen bij de gemeente. De aanvraag gebeurt minimaal 3 maanden voor de gevraagde kermisdag via aangetekend schrijven of via mail aan info@linter.be

2. Vanuit de gemeente: Wanneer de gemeente een standplaats op het openbaar domein wenst toe te kennen, wordt de procedure zoals omschreven in artikel 5 van dit reglement gevolgd.

Artikel 16 - Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen (KB art. 21)

De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (zie artikel 3) en innemen van de standplaatsen op de openbare kermis (zie artikel 13) kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.

Artikel 17 - Duur machtiging (KB art. 22)

De machtiging wordt door de gemeente toegekend:

  • voor een bepaalde periode;
  • of per abonnement.

Een abonnement kan toegekend worden van zodra de kermisuitbater een zelfde standplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren. Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname. De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.

Artikel 18 - Abonnementen (KB art. 23)

De artikelen 8, 9, 10, 11 en 12 zijn van toepassing op de abonnementen toegekend krachtens afdeling 2.

Afdeling 3 - Algemeen

Artikel 19 (KB art. 24)

De personen belast met de praktische organisatie van de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein, hiertoe aangesteld door de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris zijn gemachtigd om de documenten vermeld in artikel 3 van dit reglement te controleren.

Artikel 20 - Inwerkingtreding (Wet art 10§2) 

Dit reglement treedt in werking op 1 april 2025 en heft alle voorgaande reglementen inzake de organisatie van kermissen op.